Van Kessel werd den 25 april 1691 protonotarius apostolicus,2 is tweemaal gekerkerd, eerst omdat hij iemand van de dwaalleer had teruggebragt, en daarna om de beruchte zaak van Sophia Albrechts;3 daarenboven heeft van Kessel, de eenige seculiere pastoor der stad, met vele moeijelijkheden wegens de jurisdictie moeten kampen, zooals uit een merkwaardig schrijven van 1718 blijkt. Zijne twee voorzaten waren in armoede gestorven en zijn bestaan was zoo karig, dat hem in 1718 een medehelper ontbrak.2 - Zijn broeders Adrianus van Kessel priester, aanvankelijk bij den pastoor in bediening, was den 17 november 1688 gestorven. De aanwezige kapellaan trad van 1730 tot 1732 als deservitor op. | 317 |
Noten | |
2. | Archief bisdom 's Bosch |
3. | Zie art. Helmond. - Ten gevolge der geschiedenis van Sophia Albrechts was der kerk van den pastoor Jan van Kessel gesloten en mogt bij Statenbesluit van 26 october 1705 weder geopend worden. |
1939 |
F. van Hoeck S.J.Documenten betreffende het Plebaanschap van Joannes van KesselBossche Bijdragen XVI (1939) 241-265 |
|
1950 |
F. van Hoeck S.J.Jansenistische woelingen te 's-Hertogenbosch na de dood van den Plebaan Joannes van KesselBossche Bijdragen XX (1950) 83-99 |
J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's-Hertogenbosch II (1841) 153
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 238
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch IV (1873) 317